Een woensdagmiddag.
Joke Kloet-van Oorschot [82 jaar] wandelt het Peerke Donders Paviljoen binnen aan de arm
van vrijwilligster Martine. Een hele onderneming want ze is al een dagje ouder,
komt helemaal uit Breda en is bovendien slechtziend.
“Lang geleden heb ik hier mijn man Gerard leren
kennen. Als ik op deze plek ben denk ik aan hem en aan het wonder van onze
ontmoeting. Gerard was op die dag bij Peerke Donders op bedevaart. Om te bidden
voor genezing, op zijn blote voeten. Door een medische misser was hij doof
geworden maar hij wilde graag weer horen.”
Joke leeft in de geest van Peerke.
Speciale herinneringen heeft ze aan de tijd vóór
haar huwelijk dat ze als onderwijzeres op een lagere school werkte: “De mensen in de omgeving van de Trouwlaan waren
in die tijd heel erg arm. Als er dan een kindje werd geboren, gaf ik de ouders
een hempje of een broekje.”
Ze is een groot bewonderaar van
Peerke Donders: “Als geboren Tilburgse wil ik natuurlijk graag
dat hij heilig wordt verklaard. Maar voor mij is hij dat eigenlijk al. Thuis
heb ik een beeldje. Meestal met het gezicht naar voren maar als ik me niet goed
voel, draai ik het om. Mijn bezoek hoeft dan niets te vragen maar weet door het
beeldje hoe het met me gaat. Mijn zoon zei wel eens ‘Gij met jouw
Peerke toch altijd.’ Ik lachte en zei ‘Zonder hem was
jij er ook niet geweest.’ Nu zegt hij
er niets meer over. Kom niet aan Peerke.”
Joke na afloop van het museumbezoek: “Ik vind het park en de kruisweg het mooist maar het huisje en het museum ook. Ik ben grootgebracht met Peerke. Ik ben blij dat ik weer eens geweest ben waar mijn wortels liggen.”
Joke na afloop van het museumbezoek: “Ik vind het park en de kruisweg het mooist maar het huisje en het museum ook. Ik ben grootgebracht met Peerke. Ik ben blij dat ik weer eens geweest ben waar mijn wortels liggen.”
Deze reactie is verwijderd door een blogbeheerder.
BeantwoordenVerwijderen