zondag 20 januari 2013

Peerke hoopt ´Karaibise´ zielen te redden

Exact 136 jaar geleden schreef Peerke Donders vanuit Surinaamse missiepost deze brief aan de hoogeerwaarde ´Pater Provinciaal`.


1877, 20 januari, Paramaribo, aan pater P. Oomen.

HoogEerwaarde Pater Provinciaal!

Op verzoek van Zijne Hoogwaardigheid Vicaris Apostolicus, voor een paar dagen hier zijnde, ontvangt Uwe HoogEerwaarde dezen.
Sedert mijn laatste schrijven ben ik in de Maratakka bij de Indianen geweest in September A.p. (1)  en heb er nog eenige bejaarden gedoopt van de Arrowakken en de Warouws, zodat zij nu aldaar allen zijn gedoopt, behalve een kindje, dat bij gelegenheid wel aan de Nickerie zal gedoopt [worden]. Een gedeelte zijn communicanten. Ja genoegzaam de helft en zouden het allen kunnen zijn, als zij behoorlijk onderwezen waren. Dezen zijn, God zij dank, goed! Maar de Karaibise laat veel te wenschen over en [dat] zou den moed doen verliezen, indien wij niet overtuigd waren, dat God almagtig is en ook hen in Zijne oneindige barmhartigheid met Zijn licht kan bestralen en hunne harten veranderen. Mag ik mij, en deze arme Indianen, aan U Hoogwaardige's veel vermogende gebeden aanbevelen, opdat de goede God en mij en hen allen mag verlichten om Hem beter te kennen en veel te beminnen? Want ik ondervind hoe langer hoe meer, hoe noodzakelijk en hoe veel vermogend het gebed is. Ook boete en opofferingen vraagt God van ons om die zielen te redden, waarvoor Jesus geheel Zijn leven en al Zijn dierbaar Bloed heeft willen geven. Van tijd tot tijd wil de goede God ons ook troosten. Zo mogt ik in November A.p. (1) op mijne reis van 10 dagen in de Saramacca op Plantages en bij de Indianen 10 bejaarde kinderen dopen, 4 paar trouwen, waaronder 2, die sedert 8 jaren in concubinaat geleefd hadden; en aan 39 de H. Communie geven. Deo gratias et Mariae. Mag ik Uwen vaderlijken zegen verzoeken en mij nogmaals in Uwe gebeden aanbevelen, opdat ik moge volharden en met de arme Indianen den goeden God eeuwig moge loven en danken?
Na minzame groeten verblijve ik in de H.H. Harten van Jesus en Maria UHEerws onderdanige zoon,

P.    Donders C.SS.Red.

 (1) anno praeterito =  het vorig jaar.


Verblijfplaats van deze brief: Stichting Erfgoed Nederlands Kloosterleven, Klooster Sint Aegten in St. Agatha, Provinciaal Archief van de Redemptoristen, inv. nr. 7646, brief nr. 15.


vrijdag 18 januari 2013

Peerke Donders: En laten we altijd voor elkaar bidden

Op 18 januari 1875 stuurde Peerke Donders vanuit zijn missiepost in Suriname de volgende brief:


1875, 18 januari, Batavia, aan de pater-overste Schaap in Paramaribo.

Batavia den 18 Januari 1875.


Zeer Eerwaarde Pater Superior!




Daar Joseph naar de stad komt met de boot om de kinderen van den Doctor naar de stad te brengen, heb ik eene goede gelegenheid om UZEerw. weder te schrijven, en het een en ander weder te kunnen ontvangen. De pont en boot blijven zoo lang aan de stad. Zoo kan Joseph alles meteen medebrengen, ook het vroegere aangevraagde. Wij zijn verlangend te weten, hoe het met de kinderen afgeloopen is. Met de schoolmeester bij de Indianen in Tibiti heb ik de beste hoop, dat het wel zal aan slaan, wijl hij volgens ons verlangen handelt. Dit was dan ook de eenigste hoop, die mij, nog overbleef om er op den duur iets goeds van te maken. Verders weet ik niets bijzonders te melden. Ik tracht, en zal altoos trachten met Gods genade UZEerws raadgevingen te volgen; ten einde meer met God vereenigd hier te leven, totdat ik eens het geluk mag hebben eenen zaligen dood te sterven om eeuwig met God vereenigd te leven. Amen.


Groet s.v.p. alle Eerw. Paters en Fratres, et oremus pro invicem semper (1)

Na minzame groeten, ook van H.P. Startz, verblijve ik in de H.H. Harten van Jezus en Maria, ZEerw. Pater, U ZEerw. onderd. zoon in Christo,


P. Donders C.SS.Red.


(1) En laten we altijd voor elkaar bidden.

Verblijfplaats van deze brief: Stichting Erfgoed Nederlands Kloosterleven, Klooster Sint Aegten in St. Agatha, Provinciaal Archief van de Redemptoristen, inv. nr. 7646, brief nr. 11.




maandag 14 januari 2013

Gouden Peerke voor Blauwe Maan

Tekst: Paul Spapens

Op maandag 14 januari om 17.00 uur wordt het Gouden Peerke voor het jaar 2012 uitgereikt. De plechtigheid vindt plaats in het Peerke Donders Paviljoen, het museum in het pelgrimsoord van Peerke Donders in Tilburg-Noord. Het Gouden Peerke wordt voor de derde keer uitgereikt. Het eerbetoon gaat dit keer naar de Blauwe Maan, een Tilburgse organisatie die hulp biedt na onvrijwillige seks en misbruik.

Blauwe Maan is sinds 1989 actief om seksueel misbruik te voorkomen, maar biedt vooral ook hulp na seksueel misbruik, niet alleen aan directe slachtoffers maar ook aan partners, ouders en werkgevers. Sinds de oprichting zijn duizenden mensen geholpen. Blauwe Maan biedt niet alleen hulp, maar zet zich ook actief in om seksueel misbruik te voorkomen en vraagt aandacht voor deze problematiek. 

Het Gouden Peerke is een onderscheiding die jaarlijks wordt uitgereikt op 14 januari, de sterfdag van Peerke Donders. Bij de keuze van het thema wordt steeds aangehaakt bij de wisseltentoonstelling in het museum van Peerke Donders. De wisseltentoonstelling van dit jaar staat in het teken van de afschaffing van de slavernij, in 2013 anderhalve eeuw geleden.

Het thema van Het Gouden Peerke 2012 richt zich op hedendaagse slavernij. Volgens de jury onder voorzitterschap van mevrouw Aziza Aziza Aboulkacem van het Gouden Peerke is de Blauwe Maan een organisatie die een moderne, wereldwijde en ook plaatselijke vorm van slavernij onder de aandacht brengt en bestrijdt. Hoe actueel seksueel misbruik is blijkt wel uit de gebeurtenissen in India.

De prijs het Gouden Peerke bestaat uit een bronzen wisseltrofee gemaakt door de Tilburgse kunstenaar Wim Geers. De winnaar krijgt hiervan een kleinere uitvoering. Bovendien ontvangt de winnaar 1.000 euro. Dit bedrag moet worden besteed aan het doel waarvoor de winnende organisatie zich inzet. De eerdere winnaars waren het Rode Kruis Tilburg e.o. en het Ronde tafelhuis.      

vrijdag 11 januari 2013

Denis Hendrickx nieuwe abt van de Norbertijnen



De Norbertijnen hebben donderdagmiddag Denis Hendrickx, nu pastoor in Tilburg, gekozen tot nieuwe abt van de Canonie van Berne, waartoe alle Norbertijnen in Nederland behoren. Abt is afgeleid van abbas, vader. Zo is te lezen in het Brabants Dagblad. Norbertijn Fons Boom, secretaris van de kiescommissie, vertelt dat de abt een vaderfiguur en spirtueel leider is, die inspireert en motiveert. 


Denis Hendrickx, 2e van links.

Hendrickx is al ruim veertig jaar betrokken bij de norbertijencommuniteit van Priorij De Schans in Tilburg en sinds april 2007 prior van deze gemeenschap. Daarnaast is hij sinds 1995 teamleider van de parochie parochie Heikant-Quirijnstok. Hij is daar onder andere één van de initiatiefnemers van het interreligieuze ontmoetingscentrum 'het ronde tafelhuis'.

Het heiligdom Peerke Donders valt ook onder de verantwoordelijkheid van de Norbertijnen. Denis Hendrickx is voorzitter van de Stichting Petrus Donders en is op die manier erg betrokken bij het Peerke Donders Paviljoen, museum voor naastenliefde.

In het Brabants Dagblad van 11 januari 2013 kun je het hele artikel lezen. Een gedeelte van het artikel staat ook op de website. Klik daarvoor op deze link: artikel op website BD.  

zondag 6 januari 2013

Theaterproject Peerke Donders - Het Zuidelijk Toneel

Leen Braspenning
Bron: Festival Cement

Tijdens het nieuwjaarsevenement Frisse Oren in Theaters Tilburg maakte Leen Braspenning van Het Zuidelijk Toneel een start met haar theaterproject Peerke Donders (werktitel), een onderzoek naar de Tilburgse volksheld dat in november resulteert in een voorstelling in de Concertzaal.


Van jongen tot man
Een achtjarige jongen die in een tinnen badkuip in zijn beste imitatie-Latijn de mis opvoert voor kinderen uit de buurt. Een jongeman die op late leeftijd toegelaten wordt tot de lessen op het seminarie en gepest wordt door zijn medestudenten. Een man die familie en haard verliest en op weg gaat naar Suriname om heidenen te kerstenen. Een man die in zijn verdere leven de lepralijders in Batavia verzorgt.

Katholieke helden
De Katholieke Kerk had helden nodig, Peerke Donders werd een held. Een voorbeeld voor elk Christenmens. Maar behalve het verhaal ‘Peerke’, dat werd gereconstueerd uit feit en fictie, vraagt Leen zich af wie hij was en waarom hij zo graag priester wilde worden. Waarom bleef Peerke Donders zolang melaatsen verzorgen met gevaar voor eigen leven? Kun je zoveel liefde voor een God voelen dat je het leven in zijn handen legt? Was hij een totaal altruïstisch mens?
Medelijden of mededogen?

Met deze vragen gaat Leen op pad, in een totaal ander tijds- en geloofskader, maar op dezelfde plek: Tilburg Noord en omgeving. ‘Is er binnen de huidige maatschappij begrip voor een medemens in nood, een begrip dat verder gaat dan medelijden?’ Leen zegt het vaak als ze een nieuw project opstart. ‘Ik wil die mensen en dat gevoel snappen.’ Zo sprak ze eerder met gevangenen, prostituees en ex-soldaten. Telkens zoekt ze weer een groep personen waarvan ze hun keuzes wil begrijpen. Deze keer is het geen groep die ze wil begrijpen, maar een maatschappelijk fenomeen. ‘Ik wil begrijpen waarom medelijden zijn plaats vindt, maar waarom we zo vaak struikelen als het zich zou door ontwikkelen tot mededogen.’

Leen Braspenning

Leen Braspenning (1980) studeerde beeldhouwkunst in Gent en volgde de opleiding tot docent drama in Tilburg. Leen maakt toneelvoorstellingen, fotografeert en filmt. Als theatermaakster zoekt Leen naar kleine verhalen; gebeurtenissen uit het persoonlijke leven. Deze keer wil ze mensen ontmoeten uit Tilburg Noord en omgeving. Leen: ‘Persoonlijke verhalen geven vaak de dilemma’s van het leven weer. Komende maanden ga ik op zoek naar de persoonlijke dilemma’s rond zorg, medelijden en mededogen.’

Bron: Website Het Zuidelijk Toneel

 

vrijdag 4 januari 2013

Peerke Donders 1874: ´Chinees kind van de dood gered´



Vanaf 1842 schreef de Tilburgse Peerke Donders regelmatig brieven vanuit zijn missiepost in Suriname. Het werden er 55 in totaal. In deze blog zullen we die posten op dezelfde dag als dat Peerke ze geschreven heeft. Op 2 - 4 januari 1874 schreef Peerke brief 16



1874, 2-4 januari, Batavia, aan mgr. Johan Baptist Swinkels (1810-1875), Suriname. (1)
Verblijfplaats: Archivio Generale della Congregazione dei Redentoristi, Scripta Petri Donders, Rome.
Literatuur: Dr. A. Sampers CssR (Rome), Kwartaalblad, 31, nr. 2, juni 1981, p. 3-5; André Sampers, ‘The Letters of Blessed Peter Donders’, p. 137-140.
J.M.J.A.Thr.

Batavia, den 2 January 1874

Hoogwaardige Vader

Met de feestdagen zijn drie van mijn botevolk bij mij gekomen met verzoek om hen wat meer geld te geven om mijne boot te roejen, daar zij allen gezond zijnde niets meer van het Land ontvangen, en 50 centen per dag te weinig was, daar zij alles moeten koopen. lk had dit reeds een geruimen tijd verwagt. En daar hunne redenen billijk zijn, heb ik hen voor het vervolg 64 centen per dag beloofd, vertrouwende dat UDHwd (2) dit zal billijken en hiermede genoegen nemen.
            N.B. Met de pont komen 13 personen, kleine en groote, naar de stad om gevisiteerd te worden. Een gedeelte der kinderen, 8 of 9, zijn verborgen, maar zullen moeten worden opgezogt, wil de beheerder, de heer van Meerten (3) hier is, involgens streng aanschrijven van ... (4) wegens de Gouverneur  om ze allen mede te brengen. 13 zijn reeds heden met de pont vertrokken. Het getal grooten en kleinen zal zo 24 à 25 tezamen zijn, waaronder 5 [kleinen]: 3 meisjes van 2 jaren en 2 jongens. Doch sommige zijn geborgen [= verborgen], doch zullen moeten te voorschijn komen, want de orders zijn streng: willen zij niet met zachtheid, dan met geweld.
            Een chinees kind, Carolus genaamd, is van de dood gered door een andere vrouw, wijl de vader, wanneer de tijding gekomen was dat dit kind ook naar de stad moest, het ... (hier staat een onleesbaar woord in het origineel) wilde vermoorden, liever dan afgeven. Daar ik dit wist, heb ik de Commissaris van Meerten verzogt om dit kind te laten, wijI ik vreesde, indien men dit met geweld vorderde, zij of het kind of zichzelf zouden doden. Doch [hij] wilde in het begin niet, waarop ik protesteerde, en ook de dokter, uit vrees dat er onschuldig bloed zou vloejen. Hij berustte hierin, doch kreeg met de corjaal nog strengere orders en kwam mij de brief voorlezen. lk heb geantwoord dat ik toch tegen geweld protesteerde, ook de doctor.
            Hierop heeft de Commissaris de moeder weer laten roepen en haar verlof gegeven om zelf haar kind naar de stad te brengen en te blijven totdat het gevisiteerd zou zijn, en besmet bevonden, weer met de pont met het kind naar Batavia terug te keren, wordt het gezond verklaard, dan de Gouverneur te bewegen om het nog 2 à 3 jaren bij de moeder te laten, daar het te klein is. Dit is gelukt. De moeder is reeds met het kind vertrokken, en deze belofte heeft de Commissaris ook aan de vader van het kind in mijne tegenwoordigheid hernieuwd. Dan, zal hij zijn woord kunnen houden, dat het kind weer met de moeder terugkomt? lk vrees ervoor. En wat kunnen dan de gevolgen zijn, wanneer zij zien dat zij bedrogen zijn? Soms zichzelven dooden? Volgens het oordeel van den doctor zullen er wel eenige van de groote kinderen terugkomen. Er zijn er van 8, 9, 10, 12 tot 16 jaren. De grootere moeten een ambagt aan gaan leren. Maar dan met de kleinen naar Landsgrond (5), in het protestants weeshuis  (om – God verhoede – het Protestanten of Hernhutters te maken). De Goede God, hoop ik, zal die kleinen onder zijne bescherming nemen en UDHwd. het middel doen vinden om hen allen uit het gevaar te redden. Hierom zullen wij bidden. lk heb aan de ouders en aan allen beloofd UDHwd. te schrijven en de ongelukkigen U aan te bevelen. Hier is een klein lijstje erbij. R. Pater van Vlokhoven zal ze allen kennen.
            Intusschen zijn hier timmerlieden gekomen om alle gebouwen te repareren, delvers om de lozing in orde te maken, en er zal een assistent doctor komen. Veele uitgaven! Ik begrijp het niet, of men moet weer andere besmettelingen van de stad of plantage zenden.

Heden 4 January, octava N.B. Sanctorum lnnocentium (6), gaan de kleinen die geborgen [= verborgen] waren met de boot naar de stad. Ook twee moeders, die de kleinste kinderen hebben, krijgen verlof om ze aan de stad te brengen. Ook de vaders gaan om te roejen. De Commissaris heeft aan de moeder belooft dat de Gouverneur hen zal bezoeken op ‘s-Lands grond, en dan kunnen zij zelven hun best doen om de kinderen, na gevisiteerd te zijn, weder met hen naar Batavia te nemen, totdat zij wat grooter zijn. Maar zal dit hun worden toegestaan? Er zijn drie meisjes onder, twee tweelingen, en [voor] deze zou [het] wenschelijk zijn dat zij alle drie, na gezond verklaard te zijn en de moeders geen verlof konden krijgen om ze weer naar Batavia te brengen, in ons weeshuis ‘De Voorzienigheid’ opgenomen konden worden. lk hoop dit, dat de Goddelijke Voorzienigheid voor hen zal zorgen. De overige kinderen van 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12, 14, 16, vooral 10, zou ook wenschelijk zijn dat [ze] bij de Broeders of Zusters schoolgaan. De overige grooten moeten een ambagt leren. Deus, ut spero, in omnia et pro omnibus providebit. (7)
            Hierbij de lijst van de opgezondenen. De geteekenden met een klein kruisje zijn die vijf kleine kinderen. De Commissaris heeft mij verzogt om UDHwd. te schrijven dat UDHwd. Uw invloed bij de Gouverneur zoudt gelieven aan te wenden teneinde die vijf kleinen weer naar Batavia terug konden komen, totdat zij 6 à 7 jaren oud zijn geworden. En ik voeg erbij: indien dit niet gelukt, dan tenminste in ons weeshuis opgenomen mogen worden.
            God zij dank, alles is goed bedaard afgeloopen. De Commissaris was blij en schrijft een zeer bewegelijken brief, die ZE. ons heeft voorgelezen, aan den Gouverneur wegens die kleine kinderen. Ook de doctor groet UDHwd.
            Na UDHwd. deze allen volgens bijzijnde lijst, maar vooral de kinderen te hebben aanbevolen, verblijf ik, na Uwen bisschoppelijken zegen te hebben verzogt, in de H. Harten van Jezus en Maria, HW. Vader
            UDHws, onderd zoon

P.    Donders C.SS.Red.


(1) Mgr. Johan Baptist Swinkels (1810-1875), Redemptorist sedert 1845, titulair bisschop van Amorium en apostolisch vicaris van Suriname benoemd op 12 september 1865. 
(2) Uwe Doorluchtige Hoogwaardigheid; in die tijd de gebruikelijke titulatuur voor bisschoppen. 
(3) Waarschijnlijk de districtscommissaris. 
(4) In de originele brief staat hier een onleesbare persoonsnaam, beginnend met ‘Al’.
(5) Het gouvernementsweeshuis.
(6) De octaafdag van het feest van Onnozele Kinderen; 8 dagen na 28 december.
(7) God op wie ik hoop, zal in alles en voor allen voorzien.



woensdag 2 januari 2013

66 gedoopten, 15 paar getrouwd



Vanaf 1842 schreef de Tilburgse Peerke Donders regelmatig brieven vanuit zijn missiepost in Suriname. Het werden er 55 in totaal. In deze blog zullen we die posten op dezelfde dag als dat Peerke ze geschreven heeft. Op 2 januari 1881 schreef Peerke twee - bijna dezelfde - brieven, nummers 34 en 35.

Brief 34
1881, 2 januari, Batavia, aan zijn kloosteroverste te Paramaribo
J.M.J.A.Th.    
Hoogeerwaarde Pater,


Hierbij ontvangt UEerwaarde de lijst der gedoopten en der getrouwden van het afgelopen jaar, zowel van Batavia als van de plantages en de Indianen: 66 gedoopten, 15 paar zijn getrouwd.
Bovendien de afrekening van ontvangsten en uitgaven over de maand December van het afgelopen jaar met een overschot van 2 centen, alsook de aangifte van de gelezen H. Missen voor de maand December.
            Ik zend UEerwaarde ook de namen der leden van de Levende Rozenkrans te Batavia, opdat ze gevoegd worden, volgens uw verzoek, bij die van de stad Paramaribo.
            N.B. Gelieve aan Broeder Franciscus te zeggen, dat de boot van Batavia morgen van hier naar de stad komt om melaatsen te halen; een geschikte gelegenheid om per boot de lijsten aan de Directeur te bezorgen, gelijk reeds vroeger tussen ons besproken is.
            Bij ontvangst van deze brief is misschien Mgr. met de twee Paters en de Broeder reeds aangekomen.
            Doe Mgr. en zijn reisgenoten namens mij hartelijke groeten en wens ze geluk (gelijk ik U reeds eerder vroeg). Vraag Mgr. voor mij zijn bisschoppelijke zegen. En als Mgr. het goed vindt, zal ik weldra in de stad komen om Hem te bezoeken. UwEerwaarde gelieve mij bij de eerste de beste gelegenheid te doen weten, of Mgr. het goedkeurt. Daarna kunnen wij mondeling over enige zaken spreken.
            Laten we veel voor elkander bidden. Verder blijf ik, na vriendelijke groeten, in de H.H. Harten van Jezus en Maria, van UEerwaarde de toegenegen dienaar en medebroeder,

P. Donders C. SS. Red.

Brief 35


1881, 2 januari, Batavia, aan pater Cornelis van Coll (1842-1922) in Suriname.

J. M. J. A. Th.

Hoogwaardige Pater!

Hiernevens ontvangt UHwd. de lijst der gedoopten en getrouwden van het vorige jaar, zowel van Batavia als plantages en Indianen: 66 gedoopt, 15 paren getrouwd. Ook tegelijk de ververantwoordrekening van de maand December a.p.(1), met een batig saldo van 2 centen; en ook de opgave der gelezene intentien van de maand December.
            Ook zende ik UHwd. de namen van de leden van den ´Levenden Rozenkrans´ van Batavia, om met de stad Paramaribo vereenigd te worden volgens UHws. verzoek.
            N.B. Wees zo goed, Hwd. Pater, van aan Frater Frans te zeggen dat de pont van Batavia morgen van hier vertrekt naar de stad om zieken af te halen; eene goede gelegenheid om de planken voor den directeur te zenden met de pont, zoals zij vroeger hebben afgesproken met elkanderen.
            Bij ontvangst dezer zal Monseigneur met de twee Paters (2) en Frater mogelijk reeds gearriveerd zijn. Groet dan ZDHwd. en zijne volgelingen hartelijk van mij en feliciteer hen alle, zoals ik vroeger verzogt heb, s.v.p. Wees ook goed van ZDHwd. zijnen bisschoppelijken zegen voor mij te verzoeken.
            En als Monseigneur het goedvind[t], kom ik spoedig eens aan de stad een bezoek brengen. UHwd. Zal wel zo goed zijn, om mij dit bij de eerste gelegenheid te laten weten, als ZDHwd. Dit goedvind[t]. Later kunnen wij mondelings een en ander bespreken.
            Bidden wij veel voor elkanderen. Verders verblijve ik, na minzame groeten, in de H.H. Harten van Jezus en Maria, UHwd. Pater

UHws. Onderdanige dienaar
En confrater addictissimus

P.    Donders C.SS.R.

(1) Anno praeterito: vorig jaar.
(2) Volgens André Sampers zijn dit de paters Willem de Weerd (1849-1896) en Charles Warren Currier.

 
Bron:
Dongen, A. van, Peeters, R., Peerke Donders (1809 - 1887) een leven in brieven (Tilburg 2009).