Een woensdagmiddag. Wijnand Broeders en zijn vrouw Ria fietsen van Drunen naar
Peerke Donders. “Dat deze plek iets bijzonders uitstraalt, merkte ik aan de
schooljeugd als ik hier in de goede week met ze kwam. Onder de indruk van de
grote kruiswegbeelden, de kolossale bomen en het piepkleine huisje. Ze hadden
overal oog en oor voor. Ook voor het monument van Lücker met afbeeldingen in
reliëf die het leven van Peerke visualiseren.”
Wijnand denkt met
plezier terug aan zijn tijd als leraar levensbeschouwing op een VMBO-school.
Ieder jaar nam hij leerlingen van allerlei gezindten mee naar een moskee en
naar Peerke Donders. Met z’n allen op de fiets. “In de klas vertelde ik eerst
over Peerke’s eenvoudige komaf, zijn verlangen priester te worden en zijn werk
voor de melaatsen. Daar kon de jeugd echt stil van worden.”
Voor Wijnand zelf is
Peerke een voorbeeld. “Een mens tot veel in staat zonder er zelf beter van te
worden. Je kunt je toch niet voorstellen je koffers te pakken om in een ander
land vreemde mensen te gaan helpen? Om nooit meer terug te keren? Zo leven is
niet iedereen gegeven. Dat noem je nou een roeping. Voor veel leerlingen was
dat moeilijk te begrijpen. Ik maakte dan het kringetje kleiner en vroeg ‘wat
zou je voor je moeder over hebben als ze jou nodig had?’ En ik kon ook roepen
‘hé, denk eens aan Peerke’ als zich in de klas iets voordeed.”
Wijnand voordat hij
weer op de fiets stapt: “Je vraagt je weleens af ‘wat doe ik eigenlijk waar een
ander wat aan heeft?’ Daarom vind ik de werken van barmhartigheid een goed
onderdeel van de tentoonstelling, ze maken de wereld waarin wij leven actueel.”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten